top of page
Zoeken

openen


Het is heel warm voor de tijd van het jaar. De weerman voorspelt 24 graden en het is de voorlaatste dag van oktober. Ik weet niet of ik moet genieten, of me in de eerste plaats zorgen moet maken. Waarschijnlijk beiden, tegelijk. De zon verstopt zich nog achter het wolkendek. Maar je voelt aan de stad dat ze zin heeft in de dag.

Het is 9 uur en ik sta op dezelfde plek als vorige keer. In het park van de wijk Nieuw Zuid.


Voorlopig zie ik twee dames, elk op hun terras. Er zijn wat wandelaars met honden. En er zijn een aantal joggers. Vandaag zitten er geen duiven op het pad. Zij zitten op het grasveld verderop. Ik weet dat ik hier minder lang zal zijn dan vorige week. Na het half uur bewegen, zal ik snel terug vertrekken richting mijn eigen straat. Want vandaag en morgen organiseer ik in samenwerking met het district Antwerpen een speelstraat. Tijdens een speelstraat wordt het verkeer in de straat autoluw gemaakt tussen 10 uur 's ochtends en 8 uur 's avonds. Dit geeft de kinderen en de volwassenen in de straat de kans om te spelen, vrij te bewegen en elkaar op een 'toevallige' en 'officieuze' manier te treffen. Om 10 uur dien ik dus de nadarhekken, die ik van de het district heb gekregen, zo te zetten dat autoverkeer niet meer door de straat kan rijden. Ik heb ook speelgoed gehuurd via de stadsdiensten en wil dit tijdig buitenzetten. Omdat ik de speelstraat heb aangevraagd ben ik verantwoordelijk voor de logistiek, maar ook de veiligheid. Was het misschien een wijs besluit om vandaag niet te komen bewegen op het Nieuw Zuid? Ik heb het overwogen. Maar ik ben er van overtuigd dat net consistentie en toegewijde aandacht belangrijk is. Tijd, ruimte en aandacht... Het komt steeds weer terug. Beiden locaties maken ook deel uit van het kader van mijn onderzoek. Het Nieuw Zuid en mijn eigen straat. Het lijkt me dan ook logisch de beiden kaders voldoende aandacht krijgen. Maar even terug tot het hier en nu. Het hier op dit pad, het nu en wat ik doe.


Vandaag besteed ik aandacht aan iets waarop mijn Tai-Chi leraar me afgelopen maandag attent maakte. Ik heb veel spanning in de liezen en het is heel moeilijk voor me om ontspannen groot te bewegen. Wanneer je door de benen buigt, dan open je de liezen. Zeker wanneer je de knieën uitwaarts roteert. In ballettermen zou je kunnen spreken over een 'plié'. In Tai-Chi heb je ook roterende bewegingen waarin je gebruikmaakt van je zwaartepunt en dus door je knieën buigt. Eentje waar ik het momenteel heel moeilijk mee heb is 'White Crane'. Waar ik gewoonlijk via Tai-Chi vaak op zoek ging naar mogelijkheden voor ontspanning in mijn ballet-vocabulaire, bewandel ik nu de omgekeerde weg. Vandaag zoek ik via ballet naar mogelijkheden binnen deze moeilijke Tai-Chi beweging. Omdat het ballet al langer deel uitmaakt van mijn voortbewegen, voelt het snel als iets vertrouwd. Deze vertrouwdheid voelt comfortabel. (Het is niet altijd zo geweest. Laten we zeggen dat de wisselwerking ballet en Tai-Chi veel meer in beweging heeft gebracht dan 35 jaar ervaring met dans.) Ik voel comfort om op zoek te gaan naar het ontspannen en openen van de liezen. Ik onderzoek plié's, walsen, draaien en torsies. Dit vraagt concentratie, geduld en de volledige breedte van het pad.

Ik merk dat één van de dames op de terrassen rustig blijft zitten. De andere dame begint over en weer te stappen en rookt een sigaret. Ze kijkt mijn richting niet uit. Sterker nog, ze kijkt naar alles, behalve naar mij. Ze wendt haar blik af. Irriteer ik haar? Vindt ze dit gênant? Geneert ze zich zelf? ... En terwijl ik me deze vragen stel, besluipt me het gevoel dat ik betrapt ben. Want wat doe ik? Ik wend mijn blik ook af. Ik kijk heel vaak en lang naar de grond tijdens dit kleine bewegingsonderzoek. Alleen tijdens de momenten dat ik terug naar de plek wandel, even pauzeer voor een halve minuut en dus stop met het bedachtzaam en aandachtig bewegen, stel ik mijn blik open voor de wereld rond me. En dus stel ik me ook enkel op deze momenten open voor de mensen die daar deel van uitmaken. Betrapt!


Blij met dit inzicht zet ik me op de bank. Ik neem de omgeving, de gebouwen, de planten, alle mensen en dieren in die omgeving zo goed mogelijk in me op, met een open blik. Twee joggers rennen voorbij. Ik probeer contact te maken met mijn blik, maar ze blijven recht voor zich uit staren. Diepe concentratie. Ik probeer het niet persoonlijk te nemen. Eerste poging, niet gelukt. Een derde jogger komt aangelopen. Ik houd mijn blik al klaar. De blik in de aanslag! We wisselen oogcontact en een glimlach uit. Yes! Wat een overwinning! Wat een gebeurtenis! Wat een les! En dan valt het me op.

Deze plek heeft iets gemeenschappelijk met de plek van het vorige academiejaar. Beide plekken zijn aan de achterkant van een justitieel gebouw. De vorige plek aan de achterkant van de arbeitsrechtbank en het vredegerecht. Deze plek aan het grote justitiepaleis van Antwerpen. Hier huizen de rechtbanken voor strafrecht, burgerrecht, familierecht en jeugdrecht. Er is wel een sterke variabele. De dag waarop mijn kleine interventie plaatsvindt. Nu op zondag. Dat is een dag waarop de rechtbank niet werkt. Dus ik kan nu niet dansen voor het recht, de hoop of het geluk. Of zou zo'n plek een geheugen hebben? Zou ik de moleculen zo kunnen beïnvloeden dat er positieve energie in de lucht van deze omgeving blijft hangen? Ik besluit dit denkspoor dood te laten lopen, voor nu. Een ander gebouw dat me opvalt, nu ik verder kijk dan voorheen, is het appartementsgebouw aan de Brusselstraat wat verder in de wijk Oud Zuid. Toen ik mijn onderzoeksvoorstel schreef, beschreef ik de hoop de twee wijken te kunnen verbinden. Het Nieuw Zuid en het Oud Zuid. Toen dacht ik nog sterk vanuit deze wijk en mijn eigen straat. Maar het valt me plots op dat de mensen van het appartementsgebouw aan de Brusselstraat deze wijk kunnen zien. Zij het van ver en wellicht zouden ze me enkel kunnen waarnemen met een verrekijker. Maar ze kunnen het zien, wanneer ze hun blik er naar wenden. En dan valt het samen. Met een gesloten blik ziet men niets. Een blik uitwisselen, kijken naar elkaar, ogen die waarnemen. Rechtstreeks, onrechtstreeks... Kijken is contact maken. Contact begint met kijken. Rechtstreeks, onrechtstreeks. Onderzoek is iets bekijken. Onderzoek is contact maken. Contact maken is een vorm van onderzoek. Wat zie ik? Wat doet dat met me? Wat ziet die persoon. Wat doet dat met die persoon?

En ik besef dat ik nog veel zal moeten bekijken. Deze wijk voelt nog niet zo open en vrij als mijn vorige plek. Maar dat is niet erg. Zolang ik niet enkel naar de grond kijk. Zolang mijn blik open is. Zolang ik in contact kan treden met...



19 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page