top of page
Zoeken

(On)zeker pad.


De lezing die ik gisterenavond volgde op Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg, zit nog in mijn hoofd. Myriam Van Imschoot vertelde over haar geloof in de connectiviteit, eerder dan in de connectie. Ervaringen worden volgens haar doorgegeven en beleefd vanuit immersie. En niet, zoals ik al geruime tijd dacht, vanuit een dialoog. Ze vertelde over wat haar drijfveren zijn achter haar artistieke projecten. En hoe ze steeds deel uitmaakt van de groep mensen waarmee ze werkt. En niet de persoon is die mensen bij elkaar zoekt, om daar dan een doelmatig plan mee af te werken. Het lijken kleine nuances, maar voor mij is het een wereld van verschil. En het sloeg in als een bom! Ik voel dat ik door dit soort uitdrukkingen en ontmoetingen op een nieuw pad kom. Ik zou bijna durven spreken over een (on)zeker pad. Als kunstenaar voel ik al langer dat hoe meer ik het ego loslaat en me laat overvallen door het universum, hoe dichter ik me bij mijn kunst bevind. Laat het me proberen te verklaren. Wij maken allemaal deel uit van hetzelfde universum. Als samenleving bestaan we allen uit moleculen en we bewegen ons op soortgelijke manieren doorheen de ruimte. We zijn in feite één heel grote bewegende massa. Elk van ons maakt deel uit van diezelfde massa. Als kunstenaar kan je je niet lostrekken uit die zee van mensen. Je kan het gevoel hebben dat wat jij doet op dat moment redelijk uniek is. Maar eigenlijk maakt jouw eigen beleving van jezelf weinig indruk op die massa. Wat je wel kan is voelen wat die massa voortbrengt en kleine veranderingen aanbrengen in de baan van deze mensenstroom, deze moleculaire samenstelling. Of het nu gaat over het letterlijk voortbewegen van de mens beïnvloeden, of een denkproces binnenin de psyche, je zet iets in beweging. Een soortgelijk gevoel overkwam me wanneer ik deelnam aan de participatieve dansvoorstelling Birds van Seppe Baeyens. Hij speelt met zijn groep dansers letterlijk in op wat er op een plaatselijk marktplein gebeurt. Het is adembenemend en wonderbaarlijk hoeveel mensen hij in beweging gezet krijgt. Vaak mensen die niet weten wat hen overkomt en toevallig mee in de voorstelling opgeslokt worden. Baeyens zet niet zijn ego voorop, maar fasciliteert het marktplein en haar bezoekers in het verkrijgen van ervaringen. Het is een andere positionering van Kunst. Kunst maakt zo veel hechter deel uit van de samenleving. Het is ingebed, mee moleculair aanwezig. Het (on)zeker pad dat ik nu ontdek ligt voor mijn voeten. En door met mijn tenen af en toe eens te voelen aan de ondergrond, voel ik het potentieel en de verantwoordelijkheden. Het is zeker dat dit een pad is dat naar me lonkt en waarvan ik nu al voel dat wanneer ik me op dat pad begeef, ik waanzinnige ervaringen zal beleven. Wat er dan onzeker aan is? Ik dien mijn ego te verlaten. En al klinkt dat als aannemelijk en bevrijdend, het heeft ook diepere consequenties. Wie ben ik dan als kunstenaar? De vraag die me nu al jaren bezighoudt, lijkt dus nooit beantwoord te kunnen worden. Want 'ik' zal geen kunstenaar meer zijn. 'Wij' zullen de kunstenaars zijn waar ik deel van uitmaak. Het mag duidelijk zijn dat dit me in beslag neemt. Het voelt opwindend, beangstigend en veelbelovend tegelijk. Zo stap ik dus de deur uit op weg naar de Kaaien hier in Antwerpen. Onderweg voelt de stad onwennig en rommelig. Niet enkel mijn denkbeeld ligt door elkaar, de stad ook. Ik zie een grote bulldozer door de straat rijden waarop een grote Marsipulami is bevestigd. Zo'n groot geel knuffelbeest met zwarte vlekken. De contradictie tussen het rode gevaarte en de gekke knuffel verwart me. Ik zie een dame taartdozen van een vermaarde patissier gekanteld in haar fietstas proppen. Het lijkt me niet zo'n goed idee taarten te kantelen. Maar ze doet het met volle overgave. Het verwart me. Verderop rijdt er een jonge man met een grote pletwals over het paadje dat voetgangers door de drukke werven stuurt. Hij rijdt heen en weer. Voetgangers kruipen en sluipen langs hekken en hoopjes kasseien om de wals te vermijden. Het pas lijkt me al plat en gladgestreken genoeg. De gelaten houding van de jongeman tegenover de zenuwachtigheid van de voetgangers die het gevaarte proberen te vermijden verrast me. 'Wordt het zo'n dag?' Op de kaaien aangekomen zie ik een wegversperring ter hoogte van mijn plekje. 'Het wordt zo'n dag.' Ook ik ben dus maar een verzameling aan moleculen en mijn aanwezigheid op het plekje is niet vereist voor de orde van de dag. Blijkbaar ben ik zelf heel gevoelig voor verandering. Me deel van de stroom voelen zal dus nog wel heel wat uitdagingen vormen in de toekomst. Ik plaats me gewoon een eindje verderop en begin aan mijn routines. Het brengt me veel vreugde om te kunnen bewegen en te kunnen dansen. Door de nihiliteit van mijn bestaan krijgt mijn actie iets relatief. Waarmee ik niet wil zeggen dat dit afbreuk doet aan de relevantie. Dat zijn twee heel verschillende zaken. Elke kleine beweging veroorzaakt namelijk een wijziging in de stroom. Het doet me denken aan de keuzes die ik twee weken geleden diende te maken. Toen werd duidelijk dat door mijn acties er wel degelijk een alteratie in menselijke samenstellingen zou ontstaan. Of ik verdween uit het onderwijs en zou mijn steen weghalen uit die rivier, of ik zou in het onderwijs blijven en mijn steen op een andere plek leggen binnen dezelfde rivier. De job in het grote, belangrijke en prestigieuze instituut heb ik uit handen gegeven. Het voelde niet als mijn stroom aan. Niet op dit moment althans. Ik blijf dus werkzaam met kinderen binnen het onderwijs en leg mijn steen in een andere school neer. Een school met een muzisch project, waar ik mijn artistieke kwaliteiten kan inzetten om kinderen te doen leren, leven en ervaren. En ik had gedacht dat de rust na de uiteindelijke keuze in mijn hoofd zou weerkeren. Maar niets blijkt minder waar. Want met het nieuwe vraagstuk, komt ook binnen deze keuze weer de onzekerheid. Wanneer ik als onderwijzer mijn ego loslaat en vertrouw op een immersieve omgeving waar ervaringen kunnen ontstaan en beleefd worden, dan word ik deel van de stroom van de kinderen. Ik kan niet deels onthechten van mezelf als kunstenaar en terug hechten met mezelf als onderwijzer. Het onderwijzen en het kunstenaarschap zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met elkaar. En al voel ik in mijn hart dat dit de enige juiste manier van onderwijzen is, toch voelt het net zo (on)zeker als mijn kunstenaarschap. Toch... Toch ben ik nog nooit ergens zo zeker van geweest. Na mijn sessie aan de kaaien ben ik nog steeds verward, maar ik kan er al beter tegen. Wanneer je deel uitmaakt van de stroom, wordt je verrast. Wie de verrassing niet toelaat ervaart maar een deel van de schoonheid. Ik kan er maar beter aan wennen.


31 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page