top of page
Zoeken

in een klein hoekje


Maar daar maak ik me eigenlijk weinig zorgen om. Het regent. Geen mistige nevel, geen motregen. Dikke druppels plensen met blaasjes in de plassen die er al liggen.

Welke trui is dik genoeg, maar past toch onder mijn regenjas? Regenbroek, of geen regenbroek, that is the question...

De lichte baskets blijven op het rek achter en ik rijg de veters van de bottines stevig vast.


Op de fiets heb ik al meteen spijt dat ik de regenbroek toch niet heb aangetrokken. Maar het is tijd, ik ga niet meer terug naar huis. Ik zal de consequenties van mijn beslissing moeten dragen.

De kasseien zijn glad en mijn voorwiel dendert over het gladde oppervlak. Het vergt behendigheid om de fiets recht te houden. Ik zit verkrampt op de fiets.

Dit komt niet enkel door het gladde wegoppervlak.


Gisteren hadden we een straatfeest. Samen met de buren de straat lente-klaar maken. Dat was het opzet. Het maakte ooit zelfs nog deel uit van dit onderzoek. Toen ik nog zo naïef was om te denken dat ik op zes maanden tijd mijn eigen straat met de wijk Nieuw Zuid kon verbinden, om zo de netwerken van de wijk en mijn straat te laten versmelten tot een groter netwerk.

Bij zo'n straatfeest hoort een actie van organisatie, planning en logistiek. Die logistiek is het bestellen en opzetten van tenten, meubilair, ...

Gisteren regende het ook. En er waaide een stevige wind. De tenten wogen zwaar, de gewichten die op de voeten van de tenten gelegd dienden te worden ook, 15 kg per stuk. In regen en wind hebben de buren en ik deze tenten gedragen, opgezet, versleept, ... Om daarna te poetsen, elkaar te ontmoeten en te babbelen.

Dat was het opzet; poetsen, ontmoeten, babbelen. Geslaagd? Ja. Ook al waren er maar een beperkt aantal buren aanwezig.

De mensen die mee hebben opgezet babbelden al vanaf het begin van het evenement met elkaar. En ik leerde zelfs nieuwe buren kennen.

Andere buren babbelden met elkaar tijdens het poetsen. Materiaal werd uitgeleend, gedeeld en ingezet. Er werden ook tips uitgewisseld over ont-mossen, biologische poetsproducten enz. Sommige buren kwamen gewoon een biertje drinken en wat keuvelen onder het tentje in de regen voor ze naar een ander feest vertrokken.


Ik had 200 primula's besteld. Sleutelbloemen voor de buren die hun vensterbakken of bloemperkjes wilden opfleuren. Ze stonden opgesteld op het straatoppervlak.

Een sleutelbloemen-tapijt. Deze bloemen hadden een opbeurend effect op de mensen. En niet enkel bij de buren, maar ook bij voorbijgangers. Zij geraakten in gesprek met de buren en namen een portie optimisme mee naar hun volgende bestemming.

Of welk effect een bonte verzameling bloemen op een buurt kan hebben...

De sleutelbloemen die overbleven heb ik samen met enkele buurvrouwen en een kleindochter guerrilla-gewijs in een (door de stadsdiensten) slecht onderhouden perk geplant aan het einde van de straat. Wie nu de hoek omdraait krijgt de kleuren meteen in het vizier. Elke voorbijganger die oog heeft voor de schoonheid van de Primula, zal beïnvloed worden door deze ervaring.

En zal, mogelijks, deze ervaring verder dragen naar diens volgende bestemming.


Het opbouwen, poetsen, wroeten, planten, organiseren, opruimen en het afbreken in wind en regen zitten vandaag nog in mijn lichaam. Het voelt stram en vermoeid.

En vandaag regent het opnieuw.

Wanneer ik in het park van de wijk aankom, ligt het er verlaten bij. In de verte loopt een vrouw met de schouders hoog opgetrokken en ze heeft haar kap tot over het gezicht hangen. Naast haar loopt een dansende hond. Honden trekken zich doorgaans niet zo veel aan van de regen. Vandaag zou ik een hond willen zijn.

Of een kind.

Kinderen trekken zich doorgaans ook niet zo veel aan van de regen.

In tegendeel, zij ervaren plezier in het vangen van de druppels en het voelen van de koude van het water. Hoe komt het dat we als volwassene deze sensatie niet meer appreciëren?

Waarom lopen we met het hoofd tussen de schouders geklemd, naar binnen gekeerd, om de koude van het water zo goed mogelijk te ontwijken?


Het is alsof de regen ons naar binnen toe navigeert. Weg van onze zintuigelijke waarneming. We sluiten ons af voor de omgeving, maar voelen des te meer wat er in ons lichaam plaatsvindt. Weigering, afkeur, lusteloosheid.

Maar op het moment dat we zo in ons binnenste zijn gekeerd, hebben we dan nog wel oog voor de schoonheid van de primula?

Ik betrap mezelf ook op deze reflex. Bewegend op het pad verlies ik de regenworm uit het oog. Hij baant zich een weg tussen de kiezels en hoopt de overkant van het pad te bereiken voor ik hem met een van mijn bottines verpletter. (Gelukkig heb ik hem net op tijd gezien.)


Mevrouw W. zit aan haar raam en wuift. Er zijn geen duiven vandaag om naar te kijken.

Weinig tot geen wandelaars wandelen over de paden. In de lucht ziet ze geen wolkenformaties, enkel een grote grijze massa. Ze kijkt naar mij.

Ik dans voor haar.

Voor haar wil ik mijn lichaam strekken.

Voor haar wil ik mijn armen heffen, boven mijn pijnlijke schouder.

Voor haar draai ik een pirouette en zet ik mijn bottine neer, met de tip eerst. Ik voel de koude druppels langs mijn mouw naar binnen sijpelen. De temperatuur van het water bijt ook in mijn handen.

De modder op het pad doet me glijden. Door te dansen voor Mevrouw W. voel ik me even terug het kind dat danst in de regen.


Wanneer ik met mijn hoofd naar beneden tussen mijn benen door kijk, zie ik de man met de hond. Hij wandelt rustig het pad op in mijn richting. Ik beslis om recht te gaan staan en hem op te wachten.

'Wat is't? Last van't weer?'

Ik sta natuurlijk al even stil door op hem te wachten. Hij denkt vast dat ik hier al heel de tijd zo sta. 'Bwa, 't wordt wel snel koud, zo', antwoord ik.

Ik hoef hem niet een heel relaas te brengen over mijn motief tot stilstand.

'Ja, 't regent goe. Ma ja, daar heeft hij niet veel last van.' Hij wijst naar de hond. Die heeft een regencape aan en wandelt rustig door het gras naast het pad. Ik denk aan onze afspraak van vorige week en vraag of hij nieuws heeft over de kleinzoon en zijn vrouw. De man antwoordt dat het geen goed nieuws is. Het doet hem verdriet. Ik laat hem vertellen.

'Ja, weet ge... Mijn vrouw is 82, zij had zo graag... En nu is ze bang dat...'

De empathie voor het verdriet van de anderen valt me op. De man met de hond voelt verdriet omdat de anderen verdriet voelen. Hij deelt in hun verdriet, laat het zijn verdriet zijn.

Een netwerk aan verdiet dat hen verbindt.


De regen lijkt een back-drop voor het verdriet van deze familie. Alle druppels van de wereld dragen de koude temperatuur die zij gevoeld hebben in hun hart bij het vernemen van het nieuws dat ze nooit hadden willen ontvangen.


We praten over het dragen van leed. We hebben het even over hoe je dan toch probeert verder te gaan. 'Het zit'm soms in een klein hoekske', zegt de man, doelend op het ongeluk. En dan denk ik aan de Primula en deel met hem dat schoonheid soms ook in een klein hoekje zit. Ik wijs hem op een klein paars klaverbloempje in het grasveld. Zijn blik glijdt over het grasveld en dan kijken we elkaar in de ogen.

'Ik ga u laten verder dansen.'

'Nee, het is mooi geweest. Ik heb het nu echt te koud.'

'Hopelijk is het volgende week beter weer.'

'Hopelijk, we zullen zien.' 'Dan kunnen we mekaar hopelijk ook terug treffen.'

We lopen samen het pad af, keuvelend over boodschappen doen.


De man met de hond doet graag boodschappen. Dat is goed voor de beweging.

Hij woont daarom ook graag in de stad. Hier heeft hij redenen genoeg om te bewegen.

De hond die uitgelaten dient te worden, allerhande boodschappen kunnen te voet gedaan worden. Toen hij nog 'op den buiten' woonde, leefde hij wel in het groen, maar bewoog hij minder.


We nemen afscheid wanneer we aan mijn fiets zijn aangekomen. 'Tot volgende week?'

'Tot volgende week.'


Op de fiets voel ik dat ik minder naar binnen ben gekeerd. Ik hoor de vogel in de verte. Een duif heeft een nest gebouwd onder een afdak van de ingang van de parkeergarage. Een kind petst de schoenzolen op het natte oppervlak van een betonnen tegel.

Een automobilist laat me voor, ook al komt hij van rechts.


De knieën van mijn broek zijn helemaal doorweekt. Mijn broek plakt aan mijn huid. Ik zet me zo meteen eerst een tas thee.


Tot volgende week?




19 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page