top of page
Zoeken

derde laatste keer


Ik heb geen idee hoe warm het is wanneer ik met de fiets naar de wijk vertrek.

De UV straling door de zon baart me meer zorgen dan de temperatuur.

Het is in ieder geval al warm.


Het scheelde geen haar of ik was niet eens naar de wijk vertrokken vandaag.

Bij het aantrekken van mijn sokken voelde ik een hevige pijnscheut in mijn onderrug.

De wereld vervaagde naar een zwart gat en ik hoorde mezelf kermend vloeken.

Niet opnieuw...


Het is niet de eerste keer dat mijn rug een spelbreker is. Ik ben geboren met een misgroeiing tussen de laatste lendenwervel en de eerste sacrale wervel. Ze staan niet netjes boven elkaar. En dat is zacht uitgedrukt.

Met deze aandoening ben ik wel klassieke ballerina geworden. Een beroep dat het uiterste vraagt van je rug. Ik heb mijn loopbaan als klassiek danser dan ook beëindigd door toedoen van een letsel dat was ontstaan aan deze twee ruggenwervels.


Choreograferen bood me de mogelijkheid om rond dit letsel te werken. Om mijn kunstenaarschap tegenover mijn ruggenwervels te verhouden.

Het was dus een nieuw pad dat zich aan me openbaarde. De deur werd opengezet voor een hele nieuwe intentionaliteit en connectie met dans als kunstvorm.

Zo leidde het me naar een voortdurend onderzoek in de relatie tussen de kunstenaar, het kunstwerk en de toeschouwer, en welke andere mogelijkheden binnen deze relatie kunnen liggen.

Een onderzoek dat me vandaag ook in de wijk brengt.


Je zou bijna kunnen stellen dat ik dankbaar dien te zijn tegenover mijn wervelkolom.

Toch voelt het als een pijnlijke beperking vandaag.

Wat is een danser met een slechte rug waard als lichaam?

Wat is een choreograaf met een beperking waard als die de verhoudingen tussen diens lichaam en de omwereld maar deels kan waarnemen omdat de choreograaf beperkt is in diens bewegingen?

Het zou een nieuw onderzoek kunnen zijn.

Maar nu sta ik hier, in het park van de wijk.


V. zit me al op te wachten op de bank. Ze draagt een prachtige blauwe jurk. Ik voel dat ik haar niet wil teleurstellen. Waarschijnlijk is ze hier komen zitten om mijn bewegingen waar te nemen en zich zo te verhouden tot mijn bewegingen als interpretatie van de wijk.

V. heeft me al eens eerder verteld dat ze er van houdt om mijn verbeelding waar te nemen met haar zintuigen.

Deze toeschouwer is een droom voor een choreograaf.

En nu sta ik hier, stijf en een beetje kreupel.

Ik licht haar in over mijn rug en zeg haar dat ik heel voorzichtig zal bewegen.

En wanneer ik aan de eerste Tai-Chi beweging inzet, voelt V. aan dat het vandaag beter is om vanop een afstand te kijken.

Ze gaat een bank verder zitten, in de schaduw.

Deze handeling schept wat meer afstand tussen ons. Hierdoor voel ik als bewegend lichaam iets meer ruimte om me tot mijn bewegingsapparaat te verhouden.


Ik voel dat het me moeite kost om dit lichaam in te zetten als observatie-instrument vandaag. Waar ik normaal gezien uitwaarts zou projecteren en mijn focus ergens tussen mezelf en de wijk zou plaatsen, zit ik nu met mijn focus gevangen binnenin mijn lichaam.

De pijn in mijn wervelkolom zuigt alle aandacht naar zich toe.

Toch voel ik bewegingsdrang.

Ik doe moeite om rendement te halen uit mijn aanwezigheid op deze plek.

Maar het enige waar ik in slaag is louter mijn aanwezigheid te voelen.

Ik doe een poging om deze aanwezigheid ook aan de wijk te schenken, ze uit te delen. Zou dit een billijke geste zijn?


Het houdt me een half uur bezig tijdens het 'dansen'.

Mijn onderzoeksvraag was 'Wat kan de (dans)kunstenaar betekenen voor de sociale cohesie in de wijk?'.

Vandaag is het 'Wat kan de geblesseerde (dans)kunstenaar betekenen voor de wijk?'

Ik lach wanneer ik dit schrijf. Humor is het beste medicijn.

Bewegen ook, zeker voor een danser. Daarom zal ik geen lange tekst schrijven vandaag, het zitten aan de computer is een pijnlijke opdracht.


Tijdens elke zondagse danssessie maak ik een video opname met mijn telefoon. Deze opname gebruik ik om mezelf en de Ander te observeren. Hoe verhouden lichamen, bewegingen en de omgeving zich tegenover elkaar?

Ook vandaag kijk ik deze opname terug.

Wat me opvalt is dat de pijn er voor zorgt dat mijn choreografie vandaag het midden houdt tussen Tai-Chi, Flamenco en hedendaagse dans.

De combinatie van de rechte gestrekte rug, de grote armbewegingen en het onderzoekende is een vreemde mengkroes, maar geen oninteressante.

Het fascineert me.

Alledrie de bewegingsmodi maken deel uit van mijn lichamelijk archief. Het is dus niet vreemd dat ze zich veruitwendigen.


En toch doet het me ook nadenken over mijn positie binnen dit onderzoek en mijn positie binnen de wijk.

Het feit dat er iets veruitwendigd wordt uit mijn diepste lichamelijk archief op deze plek is tegelijkertijd mooi en problematisch.

Het wil zeggen dat ik me hier veilig voel. Ik zou bijna durven zeggen dat ik me 'thuis' voel.

Deze veruitwendiging is geen verbeelding meer van mijn impressie van de wijk, maar een verbeelding van mezelf.

Dit betekent dat de afstand tussen mezelf en de wijk niet meer bestaat.

Ben ik dan nog wel in staat om zo objectief mogelijk te observeren?

Is dit werkelijk problematisch?


Ik voel dat er een nieuwe fase aanbreekt. Dit in de vorm van een actieve fase.

Het onderzoek kent een transitie van de observerende onderzoekende fase naar de handelende onderzoekende fase.

En dit past heel logisch bij het afronden van de studie Master Kunsteducatie.

Van student naar meester...

Is dat ook een misgroeiing?








42 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven

1 Comment


viviane.cammers
Jun 12, 2023

Het was toch wel mooi om je te zien ....doen.Bedankt.

Like
Post: Blog2_Post
bottom of page