top of page
Zoeken

de kleine kiezel


Het is 5 graden Celsius wanneer ik op mijn fiets spring. De zon schijnt heerlijk. Dit is het soort weer waar je mij blij mee kan maken. Een gepaste temperatuur voor de tijd van het jaar en zonlicht. Wanneer ik op de plek in het park van de wijk Nieuw Zuid aankom, hangt er nog een ochtendnevel in de diepste kuilen van het park. Het lijkt leeg. En ik verbaas me er over. Want dit is, naar mijn gevoel, weer om zo vroeg mogelijk te gaan wandelen.

Om de vogels te kunnen horen, om de aarde te voelen ontwaken.

Ook op de balkons staat of zit er nog niemand.

En ik merk dat ik dat jammer vind. Want ik sta hier niet om alleen te zijn.

Maar wanneer ik al mijn spullen op de bank drop en me rechtzet, uitstrek om aan deze sessie te beginnen, zie ik de man met de hond op een ander pad. We zwaaien en lachen hartelijk naar elkaar. En er voelt iets heel vertrouwd aan deze actie. Ik voel een verbondenheid. Mijn hart maakt een sprongetje en op dat moment valt me op dat er vanuit alle hoeken en kanten wandelaars, fietsers en joggers opduiken. Alsof de man de Anderen heeft uitgenodigd met één armgebaar. De bewoonster van het gelijkvloerse appartement gaat op haar tuinstoel zitten en neemt een slokje van haar dampende koffie of thee.

Het is de blik waarmee je kijkt, besluit ik. Nu ik me omgeven voel kan ik starten.

Ik buig langzaam naar beneden en laat mijn handen op de kiezels rusten. Wanneer ik langzaam terug omhoog kom en naar de hemel kijk, zie ik het blauw van de lucht. Het is een heel intens blauw. Het gras van het park is een zeer intens groen. Het licht van de zon is warm geel. En ik draag een fel rode muts. Ken je dat gevoel dat kleuren bij je binnen komen en je lichaam ze absorbeert in plaats van enkel je ogen? Dat gevoel dat je vervoerd wordt door een sensatie? Dat gevoel is de sfeer voor deze sessie.

Langzaam begin ik te bewegen en te dansen. En het duurt enige tijd voor ik het kleine steentje opmerk dat op de bovenkant van mijn ringvinger ligt. Het is mee naar boven gelift toe ik mijn handen op de grond had laten zakken. Een klein grijs steentje op mijn ringvinger. Het ligt op het tweede kootje. En nu kleeft het daar een beetje vast, of heeft het zich met een haakje aan mijn huid vastgemaakt.

In ieder geval kan ik er mee bewegen en blijft het op exact dezelfde plaats liggen. Een nieuwe danspartner! Ik probeer me voor te stellen hoe het voor dit steentje zou voelen om een heel ander perspectief te krijgen op de omgeving. Het wordt in de lucht getild en bekijkt het pad nu van bovenaf. Het gras wordt een vlakte in plaats van een muur. De zon voelt warmer, want de afstand tussen de kiezel en zon wordt kleiner. Hij kan zich vanuit een heel andere positie verhouden tot de andere kiezels en de wijk waar het deel vanuit maakt. Hier wil ik heel aandachtig mee omgaan. Het steentje heeft nu tijd nodig om een te ervaren wat het nu ervaart. En daarom besluit ik om het op mijn vinger te laten liggen. Voorzichtig beweeg ik verder en ik merk op dat het na enkele bewegingen nog steeds aan mijn vinger kleeft. Dat doet me ontzettend veel plezier! We dansen samen verder.

De kiezel en ik zijn aan elkaar verwant. We zijn beiden hele kleine spelers in een groter geheel. Indien je ons zou afzetten tegenover de grootheid waar we deel van uitmaken, dan stelen we beiden niet veel voor. Deze kleine kiezel is vandaag een mooi metafoor voor 3 verschillende zaken. 1. Met alle heisa over de cultuursubsidies in Antwerpen in het achterhoofd... (Kort door de bocht: Onze schepen voor cultuur heeft besloten de komende 3 jaar geen projectsubsidies uit te reiken. Projectsubsidies worden meestal door jonge, nieuwe en kleine collectieve kunstenaars ingezet om hun werk te ondersteunen.

Er kwam veel protest vanuit de kunstsector, waarop de schepen nogal onhandig stelde dat kunstenaars in tijden van economische schaarste misschien beter konden gaan 'werken' voor hun geld. Wat hier op volgde was een moddergooien tussen kunstenaars en de brede basis van de Vlaamse samenleving.) ...zou je de kiezel als een individuele kunstenaar kunnen zien. Stel je ziet zo'n kunstkiezel, dan stelt zo'n individu niet zo heel veel voor. Zeker niet wanneer je als burger je net zo'n kiezel voelt en probeert te overleven. Je bent als kunstenaar ook maar kiezel onder de kiezels. Dan zou je kunnen begrijpen dat geld (projectsubsidies) geven aan zo'n kunstkiezel door de vele andere kiezels als oneerlijk ervaren zou kunnen worden. En je zou als kunstkiezel deze gevoelens van oneerlijkheid ook kunnen begrijpen. 'Maar...' zouden veel kunstkiezels tegelijk roepen, '...maar zonder geld geen kunstkiezels.' Dat is niet helemaal waar. Er wordt nog geld (werkingsmiddelen) gegeven aan het pad waar de kunstkiezels deel vanuit maken. Veel kunstkiezels gaan bij elkaar liggen en vormen een artistiek pad. Dat is mooi, dat is overzichtelijk en dat is zeer zeker een waardig initiatief. Dit pad biedt een ander perspectief op de wereld rond het pad heen. Het kunstpad, zou je het kunnen noemen. De meeste kiezels zijn het over eens dat dit kunstpad wel geld krijgt. Let op, dit geld wordt door alle kiezels van het land verzameld. Dus dit is collectief kiezelgeld (belastingsgeld). Het lijkt de kiezels dan ook niet meer dan normaal dan dat zij allemaal kunnen beslissen waar dat geld naartoe gaat. Maar ze zijn het er voorlopig nog over eens dat het kunstpad nog financiële steun krijgt. Zij het wel wat minder, want de recessie en klimaatcrisis zorgen voor heel wat geldzorgen bij een groot deel van de kiezels. In het algemeen wordt aangenomen dat kunstkiezels heel gevoelige en empathische kiezels zijn. Zij voelen de vibraties op paden en in ondergronden. Ze pikken deze op en uiten dat door een beschouwende houding aan te nemen. Deze beschouwingen uiten ze op een zodanige manier dat alle andere kiezels zich kunnen verhouden tot hun beschouwing. Door dit proces krijgen de kiezels ook een veranderde verhouding tegenover de vibraties. Soms veranderend zoals in verstevigend, soms veranderend als in een ander perspectief. Het lijkt me dus net belangrijk dat kunstkiezels kunnen blijven doen wat ze doen. Want net kunstkiezels kunnen de andere kiezels perspectieven en kansen bieden. Alleen zullen kunstkiezels inventief moeten zijn en andere manieren van werken of fondsenwerving moeten onderzoeken. En dat is lastig, lastig genoeg. Dat kunstkiezels tijd nodig hebben is duidelijk. Heb dus geduld met deze kunstkiezels. Maar wat nog veel lastiger is, is dat de opperkiezels die beslissingen maken over geldstromen naar verschillende paden in het park... ... Laat ik het gewoon benoemen zoals het is. Ons politieke systeem is bemand met volksvertegenwoordigers die niet meer besturen vanuit een algemeen belang, maar vanuit een veelvuldigheidsprincipe. Het gaat er om zo veel mogelijk kiezers te werven. Hiervoor gaan ze op zoek naar wat vibreert en resoneert onder de brede bevolking. Geldzorgen is een heel handig onderwerp om te laten resoneren. Burgers verhouden zich hier gemakkelijk toe. Dat is ook menselijk en het is in ons kapitalistisch systeem ook hetgeen wat naar voor wordt geschoven als hoofdzaak. Dat kunst voor een burger dan als bijzaak wordt aanschouwd, zou een kunstenaar niet mogen verbazen. Wanneer een kunstenaar zijn gevoeligheid heeft gebruikt, heeft hij dit al lang voelen aankomen. Dat de politiek dan deze verhouding tussen de burger en kunst als instrument inzet, zou hem nog minder mogen verbazen. Als dit als koude douche voelt, waar heeft de kunstenaar dan gezeten de laatste jaren? Het kan hem dan toch ook niet verbazen dat hij als elitair en wereldvreemd wordt beschouwd?

En is het dan niet logisch dat wanneer deze roept dat hij belangrijk is, dat hij de publieke opinie tegen krijgt?

Wees je er van bewust welk effect je uitingen genereren. Stop dus met roepen, begin te fluisteren en vooral te luisteren. Wordt medeburger onder de burger. Kom uit die toren, kom de vloer op. Werk samen met, in plaats van tegen. Vat post op strategische plaatsen, ga op onderzoek. En deel!

Deel mee, deel uit, neem deel in, neem deel aan, ... Los daarvan is een kunstenaar, een kunstkiezel, nog steeds van maatschappelijk belang. Het is de kleine kritische stem, de luis in de pels, die blijft weerklinken. Dus kunstkiezel, je doet er toe! Ook individuele kunstkiezels doen er toe! Ik ben ook een kunstkiezel. Het is de kunstkiezel die dwars gaat liggen. Het is de kunstkiezel die net die andere kleur aanneemt. Het is de kunstkiezel die zorgt voor contrast, voor reliëf, voor een kuiltje zodat de voet wakker blijft. Het is de kunstkiezel die in de spleet van de zool blijft hangen. Het is de kunstkiezel die in de huid haakt.

Maar vergeet nooit dat je deel kan uitmaken van een pad. En dat dat pad deel uitmaakt van een park. Dat dat park van iedereen is. En dat dat park ook deel uitmaakt van de wereld.

Bon, en dan heb ik mijn stem en (voorlopige) mening laten horen over dit turbulente hoofdstuk. Ik maak me vast niet populair onder mijn collega kunstkiezels. Maar ik bevind me, onder de kunstkiezels, ook maar in een kuiltje in de schaduw. Grotere kiezels roepen vaak harder, of worden gemakkelijker waargenomen. Toch, ook zij hebben af en toe een steentje in de schoen nodig. En ik ben een heel klein maar scherp steentje. 2. De kleine kiezel die op mijn vinger ligt staat vandaag, in het licht van de zon, in deze groen-blauwe omgeving, ook symbool voor mijn aandacht naar de wijk en haar bewoners binnen mijn onderzoek. Een kleine kiezel die tussen deze immens hoge gebouwen ligt voelt zich klein. Ik weet uit ervaring dat de mensen die hier in de gebouwen van Woonhaven, de sociale huisvestingsmaatschappij, wonen zich klein voelen tegenover de luxe-woontorens. De torens tekenen hun schaduwen af op de wijk. Vandaag viel me op hoeveel van de wijk in deze schaduw ligt en hoe weinig in het zonlicht. Het kan niet anders, of dit heeft invloed op een mens. Zonlicht wordt een privilege van diegenen die op een zekere hoogte kunnen wonen. Het is moeilijk een duidelijker beeld te bedenken voor deze machtsverhouding. Het is aan mij om aandacht te hebben voor de kleine kiezels in de schaduw. Wie mee wil liften op mijn vinger, is welkom. Ik zal je aandachtig bekijken, beluisteren en proberen te begrijpen. Het is niet mijn bedoeling je mijn mening op te dringen. Het is mijn bedoeling je te begrijpen en aan te kunnen voelen. Wanneer ik jou kan aanvoelen, kom ik in contact met je. Wanneer ik in contact met je kom, voel jij mij. En dan kan ik alleen maar hopen dat dat wat met je doet. Wat dat met je doet ligt binnen in jouw lichaam. Maar ik dien wel voorzichtig en aandachtig het mijne in te zetten, zodat ik geen onverwachte, bruuske of onaangename bewegingen maak. Na een half uur bewegen heb ik het steentje nog steeds op mijn vinger. Ik zoek een droog plekje op de bank om in het zonlicht te gaan zitten. Maar de bank is echt nog te nat. Dus besluit ik te gaan wandelen door het park om het plekje waar ik net danste vanuit andere perspectieven te kunnen bekijken. Ik doe mijn jas aan en vertrek. Pas na 20 meter kijk ik terug naar mijn vinger. Ik ben de kiezel kwijt. Ik lette even niet op mijn danspartner. Ik besteedde even niet voldoende aandacht aan deze kleine steen en hoe de meest gunstige omgeving voor hem te creëren en ik verloor hem. En ook al was het wandelen op een ander pad in functie van mijn onderzoek. Ik was een onderdeel van mijn onderzoek, een actor, een onderwerp, een bestanddeel, zoek geraakt door een onoplettendheid. Het maakt me heel alert! Ik bedank de kleine kiezel voor deze wijze les. 3. Nu ik de kiezel kwijt ben, besluit ik de wijk en de schaduw in te gaan. Op het moment van mijn vertrek, weg van de bank en weg van de plek, zie ik de bewoonster van het terras weggaan. Ik liet haar los. Terwijl ik tijdens het dansen er nog dacht om een praatje met haar te gaan maken. En waar er hier zeker een connectie plaatsvindt met metafoor nummer 2, is het effect van het weggaan van de bewoonster eerder iets dat binnenin mezelf plaatsvindt. Ik voelde me een kleine kiezel. Ik wil mijn ego nog redden met de kat die wel buiten is blijven zitten. Maar ook die loopt weg wanneer ik terugkeer op mijn stappen en me naar het terras begeef. Ik beslis in de schaduwen te gaan schuilen. Met de fiets aan de hand ga ik naar de bakker waar iedereen naartoe gaat. Ik voel me een domme, stomme, kleine kiezel. Mensen met mooie mantels, dure schoenen en mooie boodschappentassen staan aan te schuiven in een zaak die het midden hield tussen een bakkerij en een kunstgalerij. Wanneer het, technisch gezien, aan mij is word ik voorgestoken door een heer met een vilten hoed. Eigenlijk word ik niet voorbijgestoken, maar genegeerd door de winkeljuffrouw met de lila trui in alpaca wol. En ook al lukt het mij daarna om de vier croissants, het brood en de twee marsepeinen figuurtjes te betalen, toch blijf ik een kleine, stomme, domme kiezel. Eerder deze week ging ik in gesprek met een kabinetschef in het stadhuis van Antwerpen, mailde ik naar een professor van een universiteit en droomde ik van een lang en succesvol onderzoek. Maar ik blijf een kleine, domme, stomme kiezel. Dit gevoel is herkenbaar. En ja het voelt een beetje naar. Maar het houdt me scherp. In joggingbroek, en rood mutsje fiets ik naar huis. En weer dank ik het kleine steentje voor de wijze les. Ik ben kiezel onder de kiezels. Ik ben een kunstkiezel onder de kiezels. Ik ben klein, dom, stom maar scherp.






23 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page