top of page
Zoeken

Blijven staan


Het is droog en de zon schijnt. Blij als een kind stap ik de deur uit. Er is meer beweging op straat, meer voetgangers, minder auto's. Ik ben duidelijk niet de enige die geniet van dit heerlijke weer. Voor mij lopen twee mensen in sport leggings. In mijn verbeelding zijn ze net als ik op weg naar de Scheldekaaien en zullen we zo dadelijk samen dansen. Bij het volgende kruispunt slaat er iemand af. Nu zijn we nog met twee. Samen lopen we over een braakliggend parkeerterrein. Er wordt gegraven met bulldozers. Oude kaaimuren worden blootgelegd om later weer te verdwijnen onder het beton. De parking oversteken heeft iets weg van een parcours tussen zandbergen en afrastering. Het is zaak de uitgang van de week te vinden. Die verhuist telkens een afrastering verplaatst wordt. Bij het pad voorbij de afrastering verlies ik de andere wandelaar. Ik zal dan toch alleen verder gaan. Maar wanneer ik de Kaaien opdraai wacht een oude bekende. Mijn goede vriend, de wind. Ik heb iets met de wind. Wij spelen en stoeien al tientallen jaren met elkaar. Als klein kind werd ik omver geblazen, duizelig gemaakt, vooruit gestuwd door zijn kracht. Hij tilde mijn voeten van de grond en deed me heel korte poosjes vliegen. Soms diende mijn moeder me goed vast te houden, want hij dolde met me. Maar hij was zich niet bewust van de discrepantie tussen zijn eigen kracht en mijn licht gewicht. Toen ik iets ouder werd vocht ik tegen de wind. Als een puber tegen zijn ouders riep ik, brulde ik en nam ik me voor de wind te overwinnen. Op de fiets beukte ik tegen hem in. Op heuvels schold ik hem uit. Op het strand liep ik tegen zijn stuwing in en huilde liefdesverdriet en nog meer minder-intelligente keuzes onverstaanbaar in zijn geloei. Wat ouder liet ik me door de wind omarmen, dragen en leiden. We hadden een soort verstandhouding gevonden.

En toen ik moeder werd van een meisje tijdens een stormachtige nacht, leek het wel alsof hij haar mee opschepte en verder dolde met haar.

Ze is net zo gevoelig voor zijn spelletjes als ik. Al is ze nu een puber en nam ze deze ochtend de tram, want fietsen met deze ...wind zag ze niet zitten. 'Hij maakt me boos vandaag! Ik heb geen zin in zijn spelletjes.' Voor haar is het dus ook een 'iemand'. Wanneer ik de Scheldekaaien opdraai schijnt de zon en drijven schaduwen op de kasseien aan een heel snel tempo voorbij. Op het weerbericht zie ik snelheden van 70km per uur. Dit check ik even omdat ik benieuwd ben hoe sterk mijn waaimaatje is vandaag. Ik voel het natuurlijk ook aan mijn lichaam. Het is een speelgoedje, een vormeloze lappenpop. De kasseien zijn droog, dus kan ik mijn soepele schoenen aan. Het kost me moeite om mijn schoenen niet kwijt te geraken wanneer ik ze verwissel. Luid lachend sta ik recht en ga ik aan de balustrade staan. Het is een uitdaging om de juiste poses aan te nemen. Is het niet door mijn evenwicht dat op de proef wordt gesteld, dan is het doordat ik verblind wordt door mijn wapperende sjaal. Hij wappert tegen mijn gezicht. Ja de wind speelt met me, daagt me uit. Heerlijk! Het vergt een enorme concentratie om mijn balletoefeningen uit te kunnen voeren. Een diepe focus brengt me tot het binnenste van mijn lichaam. Continu wordt ik omver geblazen. Er wordt tegen me geduwd en aan me getrokken. Ik kan me geen enkele seconde verstrooidheid permitteren, of ik lig tegen de grond. Wanneer ik een korte pauze inlas om mijn neus te snuiten, zie ik een groep schoolkinderen met fluo-vestjes aan. Twee leerkrachten wijzen naar het ruige water van de Schelde. Ze wijzen daarna naar de wolken. Wat goed dat ze deze wandeling maken, bedenk ik me. De kracht van de wind en het zonlicht zal zeker veel gevoelens aanwakkeren in hun lichaam en hoofd. Al weet ik niet of dit hun intentie is. Misschien lopen ze wel gewoon ergens naartoe. En is dit maar een toevallige ontmoeting met de omgeving. Ik wordt me wel plots bewust van het feit dat ze ook naar mij kijken. Een stevige windstoot port me en zet me aan om weer verder te gaan met mijn eigen les. Zo goed en zo kwaad mogelijk zet ik mijn bewegingen verder. Maar ik weet dat er kinderen kijken. Het woord 'intentie' bekruipt mijn ruggengraat en versterkt me. Het helpt me het evenwicht te vinden dat ik nodig heb om te kunnen blijven staan. Ik hoor enkele kinderen lachen. Maar dat vind ik niet erg. Ik lachte vandaag ook al meerder keren luidop met mijn pogingen om te blijven staan. Wanneer ik me weer omdraai om mijn oefeningen verder te zetten aan de andere kant, zijn de kinderen verdwenen. Ze zijn verder op pad. Balletoefeningen doe je steeds aan twee kanten. Dit om de beide zijden van je lichaam evenveel tijd en aandacht te schenken. Je danst ook met beide zijden. Het is op dit moment dat ik het voordeel ervaar van het dansen zonder muziek. Doordat de wind blijft razen en ik op één been sta, heb ik soms tijd nodig om hier aandacht aan te besteden. Het blijven staan vergt tijd en focus. Soms duurt het wel bijna 10 seconden voor ik met een volgende beweging verder kan. Moest ik nu dansen op muziek, dan zou deze verder spelen in een vastgelegd tempo. Ik zou dat niet kunnen volgen. Ik volg nu het tempo van de wind en het tempo van mijn lichaam. En ik vind dit heerlijk. Mijn ziel geniet van dit soort concentratie en gevoeligheid. Of moet ik zeggen 'gewoeligheid'. Want zo voelt het ook wel, het woelt. Een pose wordt een beweging omdat je je evenwicht of tegengewicht steeds verplaatst, ook al sta je stil. Na de, door mezelf, opgelegde oefeningen geef ik mijn lichaam aan de wind en dans vrij op de kasseien. Een duet met de wind in de zon. Je kan me bijna niet blijer maken. Ook al zal je het niet zien aan mijn gezichtsuitdrukking. Het is uitdagend, vermoeiend en tegenstrijdig. Bewegingen worden vroegtijdig afgebroken omdat de wind sprint. Oplossingen worden gezocht om het evenwicht te bewaren. Maar het is ook opwindend, verrassend en geweldig interessant om te doen. Wanneer ik verstrengeld ben in dit duet, komt er een jeugdig iemand met een fototoestel aangelopen. Ik zie dat hij recht op me af loopt. Hij vraagt of hij een foto van me mag nemen. Ik stem toe. Ook dit is een ontmoeting. Terwijl hij me fotografeert, probeer ik me voor te stellen hoe hij me ziet. Staat daar een gek mensje met een wapperende sjaal en een rood mutsje wat op en neer te springen? Of ziet hij mijn dans met de wind? Hij stelt zichzelf voor als student aan Sint Lucas Hogeschool in Gent en vraagt of hij een vraag aan me mag stellen. Ik antwoord dat dat zeker mag. 'Weet u wat uw gender is?'

Mijn antwoord is even fluïde als de wind. We wisselen contactgegevens uit en hij wil graag nog wat foto's maken terwijl ik dans. Dit is onze zeer korte samenwerking vandaag. Een toevallige ontmoeting in de wind.

Een paar bewegingen en een paar foto's. Maar het voelt waardevol genoeg en het zorgt voor een glimlach vandaag. Nadat de fotograaf afscheid neemt en terug de straatkant opgaat, beslis ik dat het voor mij ook tijd is om afscheid te nemen van de wind. Voor nu, voor even. Je kan wel stellen dat ik ben uitgewaaid.

Odilie Nwafor, we contacteren elkaar nog. Ik ben erg benieuwd hoe jij de omgeving zag op het moment van onze ontmoeting. En mijn excuses voor mijn ontoereikend antwoord op jouw vraag. Het maakte me wel attent op het feit dat ik je hier al heel de tijd als een hem beschrijf. En misschien had ik jou beter gevraagd hoe ik jou best omschrijf in deze blog. Mijn excuses.


34 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page